Jasper van Gerven kreeg maandag te horen dat hij niet tot de WK-afvaardiging van Nederland behoort. De Duitser, met een Nederlands paspoort, was teleurgesteld toen hij hoorde dat hij buiten de boot was gevallen voor het mondiale zaaltoernooi in Poznan. Maar het positieve gevoel overheerst bij de 24-jarige aanvaller van Blau-Weiss.
Het gaat goed met Van Gerven, zo laat de inwoner van Berlijn weten. ‘Natuurlijk was het heel erg mooi geweest om met Nederland het WK mee te maken. Daar heb je toch een aantal weken voor getraind. Maar ik vond het vooral een mooie ervaring om even bij het team te horen, dit mee te maken en die jongens te leren kennen. Het is een dubbel gevoel, maar uiteindelijk blijft er met name vreugde over.’
‘Of ik deze beslissing aan zag komen? Dat vind ik moeilijk te zeggen. Het is altijd duidelijk geweest dat dit een kans was, het was niet zeker dat ik bij de selectie zou zitten. Ik kwam een maand later bij de groep, en alles was nieuw. Ik moest mijn plek vinden en wennen. Aan de andere kant heb ik wel veel gespeeld. Dus ja, het blijft lastig.’
Van Gerven, wiens moeder de Nederlandse nationaliteit heeft, belandde bij Oranje via de Duitse competitie. ‘Na de wedstrijd tegen Zehlendorfer Wespen heb ik met Willem (Hertzberger, red.) gesproken. In het Nederlands, inderdaad. Daarna heb ik contact gehad met de bondscoach en werd ik uitgenodigd voor training.’
‘Daar kwam ik toen allemaal nieuwe jongens tegen. Sommigen kende ik wel van naam, maar op Willem na had ik ze nog nooit zien spelen. Het was een heel grote verrassing om daar ineens te staan. En vooral een grote eer. Ik hoop dat ze het goed doen in Poznan. Vanuit Berlijn is het niet zo ver, dus ik denk dat ik ze nog wel kom aanmoedigen.’
Mogelijk krijgt Holland Hockeyland in de komende jaren meer te horen van Van Gerven. ‘Ik heb gehoord dat ik in beeld blijf voor de toekomst, als er naar het volgende project wordt toegewerkt. Of ik in Nederland ga hockeyen? Dat weet ik nog niet. Ik speel in ieder geval de tweede seizoenshelft bij Blau-Weiss. Dit jaar studeer ik af en ik weet nog niet waar ik daarna terecht kom en hoeveel tijd ik dan heb.’ (Reemt Borcherts/www.hockey.nl)